Dobber uitpeilen, hoe moet dat?
Dobber uitpeilen, doe je zo!
Hoe stel je een dobber af?
De juiste aaspresentatie van je dobber montage is één van de belangrijkste onderdelen van het vissen. Dit geldt voor alle soorten vistechnieken, maar extra bij het dobbervissen. Bij het vissen op voorn moet je presentatie anders zijn dan bij bijvoorbeeld brasem.
Deze aaspresentatie komt heel nauw en het uitpeilen moet heel precies gebeuren om maximaal resultaat te halen. Er zijn verschillende soorten peilloodjes om je dobber uit te peilen. De meest gebruikte zijn de knijp-peilloodjes voor het vissen op brasem en karper en de piramideloodjes met kurk of schuimbodem zijn ideaal voor afpeilen voor het voornvissen,
Hoe peil je je dobber goed uit voor voorn?
Bij het voornvissen is het de bedoeling dat je de dobber zo afstelt zodat de antenne van je dobber net boven het water komt. Hierdoor “staat” de dobber min of meer net niet meer op de bodem.
Dit betekent dat je haak precies boven de bodem zweeft als het dobber drijflichaam gelijk is met het wateroppervlak.
Hiervoor gebruik je het peilloodje met een kurk of schuimrubberen bodem. Steek je haak door het oogje aan de bovenkant en prik hem in het schuim/kurk aan de onderkant. Als je het peilloodje naar de bodem laat zakken, kun je precies zien of je dobber zinkt of boven het water uitkomt. Peil de dobber zo dat het lichaam precies onder het wateroppervlak zit en de antenne punt net boven het water uitsteekt. Nu weet je zeker dat je met je haak precies boven de bodem vist en zie je zowel een stijgende aanbeet(opsteker) als de ondergaande dobber aanbeet.
Hoe peil je je dobber goed uit voor brasem?
De brasem heeft een heel ander eetgedrag dan de voorn. De bek van de brasem is onderstandig, dus naar de bodem gericht waarmee hij al het voedsel van de bodem zuigt. Daarom gebruik je voor het vissen op brasem een ander peillood dan voor het vissen op voorn. Omdat je het aas op de bodem wilt hebben, knijp je het knijppeilloodje boven je haak op het onderste knijploodje.
Nogmaals, laat de het peilloodje zakken tot hij de bodem raakt en je kunt gemakkelijk zien of je dobber te diep of te ondiep is ingesteld. Verplaats de dobber zodat het dobberlichaam precies onder het wateroppervlak zit en de antenne boven het water uitsteekt.
Nu weet je zeker dat je onderste loodje en het aas op de bodem liggen waar de brasem zich voedt en je kunt een stijgende of zinkende dobber zien. Deze manier heet ook wel; “het vissen met een sleepje op brasem”.
De juiste loodsettingen voor het dobbervissen;
Van links naar rechts:
- Voor snelle visserij of als de vis goed op beet is.
- De klassieke manier, met loodjes in gelijk gewicht of met loodjes afnemende in gewicht naar de haak toe waardoor de lijn langzamer zakt en reageert op een beet, geschikt voor uiterst voorzichtig aanbijtende vis. Of als derde mogelijkheid, met loodjes toenemend in gewicht naar de haak toe. Hierdoor zakt de lijn vlugger en bij beet reageert de dobber direct. Deze loodzetting werpt ook gemakkelijker maar je moet wel sneller aanslaan op een aanbeet.
- Voor gericht vissen op voorn.
- Voor gericht vissen op brasem.
- Het lood dichter op de haak als de vis echt aan staat.
- Meer gespreid als de vis voorzichtiger bijt.
- Voor driftend vissen met de dobber.
- Een bulkloodje met verklikkerloodjes waarvan er één gebruikt kan worden om op de bodem te liggen.
De afstand tussen haak en eerste loodje varieert van 10-30cm. Er kan indien je dat wenst steeds gebruik gemaakt worden van een onderlijntje iets kleiner van diameter of de hoofdlijn. Plaats nooit knijploodjes op de onderlijn als je met een onderlijn vist.
Als je jouw dobber peilt zoals hierboven beschreven, ben je zeker van de juiste presentatie van het aas en zul je meer vis vangen.